Een rationele verkenning van geloof, schepping en de precisie van het bestaan.
In deze diepgravende reflectie onderzoekt Prof. Dr. İrfan Yılmaz de vraag of de fijn afgestemde parameters van het universum – zoals natuurconstanten, kosmische krachten en biochemische processen – op louter toeval berusten, dan wel wijzen op een intentionele schepping. Hij voert aan dat de wetenschappelijke inzichten van de afgelopen decennia, in uiteenlopende disciplines als kosmologie, natuurkunde, scheikunde en biologie, steeds duidelijker aantonen hoe verbazingwekkend precies het universum is afgestemd op het mogelijk maken van leven – en in het bijzonder menselijk leven. Deze ‘fijnafstemming’ impliceert een achterliggende intelligentie en doelgerichtheid, aldus Yılmaz.
Tegenover materialistische verklaringen, zoals het atheïstisch naturalisme van Dawkins en Dennett, plaatst de auteur een rationele en theologische interpretatie van de werkelijkheid. Volgens hem kunnen blinde natuurprocessen nooit de oorsprong zijn van zulke doordachte, complexe en onderling samenhangende systemen. Hij pleit voor een herwaardering van het geloof in een scheppende macht – niet als tegenpool van de wetenschap, maar als logische vervolgstap van wat wetenschap vandaag aan het licht brengt.
Hoe verklaren we de nauwkeurig afgestelde krachten zoals de massa’s van subatomaire deeltjes, de zwaartekracht en de elektromagnetische kracht – grootheden die we leren in de wetenschapslessen en die we zonder verdere discussie beschouwen als “de constanten van het boek der natuur”? Hoe komt het dat de fundamentele constanten die de grondslag vormen van het bestaan van het universum, zoals wij dat vandaag de dag waarnemen, én de delicate en uitgebalanceerde verschijnselen die daaruit voortkomen, zó precies zijn afgestemd?
Wij bevinden ons als mensheid op de schaal van het bestaan ergens tussen de microwereld van de atomen en de macrowereld van sterrenstelsels. Voor ons voortbestaan moeten beide werelden op een perfecte manier zijn voorbereid. Dit fenomeen wordt “fijnafstemming” genoemd – een afstemming die zó adembenemend nauwkeurig is, dat het hele systeem als het ware uitroept: “Er is een Schepper!” Sommige wetenschappers zijn op basis van deze afstemming tot geloof gekomen; anderen proberen zich met theorieën die strikt binnen de grenzen van het positivisme blijven, te onttrekken aan metafysische verklaringen.
Wanneer men de fijnafstemming van het universum als reëel aanvaardt, leidt dit onvermijdelijk naar het bestaan van een goddelijke Schepper. Wetenschappers en filosofen die deze afstemming erkennen – zelfs meten in hun laboratoria – maar desalniettemin niet tot geloof in God kunnen komen, zoeken vaak hun toevlucht tot andere verklaringsmodellen die passen binnen hun wereldbeeld.
Wat maakt ons universum, onze planeet en onze natuur zó bijzonder dat zij leven mogelijk maken in al haar vormen en diversiteit? Waarom is juist de aarde gekozen, samen met de hemelen, als onderwerp van goddelijke verwijzingen in heilige teksten? Studies in onder andere astronomie, astrofysica, astrobiologie en kosmische chemie tonen aan dat de elementen die de bouwstenen vormen van het leven – met name de biomoleculen – vanaf de oerknal geselecteerd lijken te zijn om leven mogelijk te maken. De gebeurtenissen in de daaropvolgende miljarden jaren ontwikkelden zich zó, dat het ontstaan van leven onvermijdelijk werd binnen dit ontwerp.
De opbouw van het leven begon al met de schepping van de eerste structuren die zich op kosmische schaal zouden integreren, als een meesterlijk schilderij dat langzaam voltooid werd. Zelfs als we over miljarden jaren spreken, wat betekenen die dan in de tijdsbeleving van de Almachtige? In Zijn perspectief is dat niet meer dan een moment.
De synthese van zwaardere elementen dan waterstof en helium in sterren, de creatie van essentiële componenten voor organisch leven, de vorming van de atmosfeer en de hydrosfeer van de aarde – dit alles was een voorbereiding om van de aarde een geschikte woonplaats te maken. Achter deze ogenschijnlijke keten van toevallige gebeurtenissen schuilt een nauwkeurige selectie van natuurkundige constanten – die op hun beurt afhangen van fundamentele krachten zoals zwaartekracht en elektromagnetisme – die met een haast onfeilbare precisie zijn afgesteld.[¹]
Wat betekenen natuurkundige constanten?
Het idee dat de constanten van het universum exact díe waarden moeten hebben die ze nu hebben, is voor elke denkende mens een opmerkelijk gegeven. Statistisch gezien is de kans dat dit toevallig is gebeurd – zonder enige vorm van doelgerichtheid – buitengewoon klein. George Ellis, een gerenommeerd deeltjesfysicus, stelt dat onze kennis van deze fundamentele constanten wellicht tot het sterkste bewijs behoort voor het bestaan van een ‘planner’ of ‘organisator’. Volgens hem wijst de doelgerichtheid van het universum op een Schepper die handelt met een plan en een doel.[²]
Binnen de natuurwetenschappen debatteren velen over hoe uitzonderlijk en ‘op maat’ ons universum is. Aanhangers van het zogenoemde sterke antropische principe zijn het erover eens dat sinds het begin der tijden, de natuurwetten en constanten zodanig zijn afgesteld dat het leven – en met name de mens – op aarde mogelijk werd. Onderzoek in de kwantumkosmologie bevestigt dit beeld, zelfs op nanoschaal.
Daartegenover staan atheïstische denkers zoals Richard Dawkins en Daniel Dennett, die stellen dat het ontstaan van geordende complexiteit uit chaos op natuurlijke wijze verklaarbaar is. Volgens hen kunnen geschikte moleculen elkaar in de juiste condities spontaan vinden. Maar deze visie blijft onbevredigend voor wie logisch en systematisch redeneert. Hoe kunnen honderden uiterst complexe reacties binnen een levende cel zó georganiseerd plaatsvinden dat er leven ontstaat? Iedere rationele geest moet erkennen dat deze precisie op zijn minst wijst op een wetmatige, bewuste ordening.
Het wonder van koolstofgebaseerd leven
Leven op aarde is ontworpen op een manier die het in staat stelt om stand te houden onder de meest extreme omstandigheden. Eén beperkende factor daarin is de noodzaak van vloeibaar water. Tot op heden is er geen bewijs gevonden voor het bestaan van koolstofgebaseerd leven dat zich zonder water zou kunnen handhaven. Zelfs een kleine afname in het vochtgehalte van een cel kan leiden tot verstoring van de metabolische processen en uiteindelijk tot de dood van het organisme.
Het is ook opmerkelijk hoe de geologische en chemische processen op aarde – tektonische bewegingen, koolstofcycli, de juiste atmosferische samenstelling – perfect samenwerken om het leven mogelijk te maken. Zonder tektoniek bijvoorbeeld, zouden er geen mechanismen zijn om CO₂ terug te brengen in de atmosfeer, wat essentieel is voor fotosynthese. Het water in de aardkorst speelt hierbij een sleutelrol: het maakt het mogelijk dat platen soepel bewegen, mineralen circuleren en het zuurstofgehalte gereguleerd wordt. Zelfs Jupiter blijkt een ‘kosmische beschermer’ te zijn door kometen af te buigen die anders de aarde zouden kunnen treffen.
De fysisch-chemische eigenschappen van water, zoals zijn vermogen om stoffen op te lossen, zich te verplaatsen in nanobuisjes (wat essentieel is voor planten) en zijn interactie met ladingen van elektronen en protonen, zijn rechtstreeks verbonden met fundamentele constanten die niet zomaar toevallig kunnen zijn.
Biologie: meer dan fysica en chemie
Hoewel veel fijnafstemming zich manifesteert in de domeinen van natuur- en scheikunde, toont de biologie een dynamische fijnafstemming: geen statisch evenwicht, maar een voortdurend bewegend systeem, dat op elk moment binnen nauwgezette grenzen moet opereren. Dit vraagt om voortdurende monitoring, bijsturing en compensatie. Wanneer de balans verstoord raakt, volgt ziekte.
Neem bijvoorbeeld de vloeistof in het binnenoor: een minimale afwijking in samenstelling kan leiden tot duizeligheid en evenwichtsverlies. Hoe ‘weten’ de cellen in ons lichaam hoe zij die gevoelige afstelling moeten handhaven? Een analyse van ons bloed of urine toont duidelijk aan: afwijkingen buiten nauwkeurig gedefinieerde grenzen worden meteen als ziekelijk herkend.
Hoewel de moderne geneeskunde enorme vooruitgang heeft geboekt, zijn we nog steeds niet in staat de werking en regulatie van deze ‘gevoelige instellingen’ volledig te begrijpen of na te bootsen. Welke blinde processen, hersenloze atomen of onbewuste natuurkrachten zouden in staat zijn om deze duizelingwekkende precisie zonder enige afwijking – sinds het begin van het leven – in stand te houden?
“Hassas Ayarlar Kimin Eseri?” door Prof. Dr. İrfan Yılmaz
Gepubliceerd in Çağlayan Dergisi, januari 2022, nummer 58,
Vertaling: Prof. Dr. Hasan Yılmaz
Noten
[¹] M.S. Polatöz, “De toekomst van de kosmos,” Sızıntı, 1998, 20(236).
[²] George F.R. Ellis, “Theology of the Anthropic Principle,” in: Russell, R.J.; Murphy, N.; Isham, C.J. (red.), Quantum Cosmology and the Laws of Nature: Scientific Perspectives on Divine Action, Vatican Observatory, 1993, pp. 367–405.
[³] Alvin Plantinga, “De verwarring van Dawkins: De onzin van het naturalisme,” vertaling: E. Erdem, Ankara University Journal of the Faculty…