Redactionele inleiding
In een tijd waarin wetenschap met ongekende precisie haar modellen bijstelt, blijft één vraag opmerkelijk vaak buiten beeld: waarop rust al die orde eigenlijk?
In dit vierluik reflecteert Kadir Erdogan op wat hij “de Oerconstante” noemt: de mogelijke, intentionele oorsprong van het universum — niet als geloofsdogma, maar als filosofisch principe dat ernst maakt met de vraag naar oorsprong.
Elk deel van dit vierluik benadert die vraag vanuit een andere invalshoek: het eerste vanuit een actuele paradox in de kosmologie, het tweede vanuit de structurele zwakte van wetenschapsmodellen, het derde via een poëtische metafoor over wat we niet (mogen) zien, en het vierde als beschouwende slotbeschouwing over de Maker als Kunstenaar.
De stoel zonder poten, het universum zonder π, de tafel die we niet durven noemen — het zijn metaforen voor een diepere uitdaging: durven we open te staan voor de mogelijkheid dat het universum niet alleen functioneert, maar ook gedragen wordt?
In de woorden van de auteur: “De gedachte dat een Schepper de orde van het universum draagt, is geen geloof tegen de rede, maar rede die niet bang is voor haar oorsprong.”
De Kosmische π – Wanneer modellen botsen en oorsprong ontbreekt
“Elke poging om het cirkelvormige universum te verklaren zonder π blijft steken in wat het is: een berekening zonder essentie.”
— Kadir Erdogan
De Kosmische π Wanneer modellen botsen en oorsprong ontbreekt
Inleiding
In dit tweede essay vertrekt Erdogan vanuit een actuele paradox in de kosmologie: de zogenaamde “Hubble tension”. Verschillende metingen geven tegenstrijdige waarden voor de uitdijingssnelheid van het universum, wat leidt tot steeds complexere theorieën. De auteur stelt een verrassende diagnose: we rekenen zonder π. Zoals je geen cirkel kunt begrijpen zonder π, zo kun je het universum niet begrijpen zonder erkenning van een dragende oorsprong. Dit stuk nodigt uit tot herbronning: de Schepper als vergeten component in ons wetenschappelijk wereldbeeld.
1. Zonder π geen cirkel
“Elke poging om het cirkelvormige universum te verklaren zonder π blijft steken in wat het is: een berekening zonder essentie.”
Stel je een wiskundige voor die koste wat kost weigert π te gebruiken. Hij probeert omtrek en oppervlakte van een cirkel te berekenen met alternatieve formules, benaderingen, iteraties. Soms lijkt hij dichterbij te komen. Hij ontdekt patronen. Hij publiceert. Hij stelt bij. Maar hij komt nooit tot de juiste uitkomst — omdat hij de fundamentele sleutel weigert te gebruiken.
Zo’n benadering lijkt absurd in de wiskunde. En toch is dat exact wat in delen van de moderne wetenschap gebeurt: men verwerpt of vermijdt de idee van oorsprong, en raakt vervolgens verwonderd over het feit dat het wereldbeeld niet klopt, dat modellen uit elkaar lopen, dat spanningen blijven bestaan.
De Hubble tension is hiervan een kosmisch voorbeeld.
2. De Hubble-spanning als symptoom
Het heelal dijt uit, maar de snelheid waarmee dat gebeurt — de zogeheten Hubbleconstante — wordt anders gemeten door verschillende methodes. Dit lijkt misschien een technisch detail, maar het raakt aan de fundamenten van ons kosmologisch model:
- Metingen op basis van de kosmische achtergrondstraling (zoals die van de Planck-satelliet) geven een lagere waarde — een soort ‘geheugen’ van het vroege heelal.
- Metingen op basis van supernovae en de James Webb Space Telescope (JWST) geven een hogere waarde — gebaseerd op het huidige, latere universum.
Beide zijn met grote precisie vastgesteld. Maar ze spreken elkaar tegen. De pogingen om dit verschil te verklaren worden steeds creatiever: nieuwe deeltjes, veranderlijke natuurwetten, exotische vormen van donkere energie… Er wordt bijgestuurd, herschreven, verfijnd.
Maar wat als het probleem niet in de formules ligt — maar in de aanname dat het universum géén bijsturing kent? Geen oorsprong, geen centrale bedoeling, geen intentionele koers?
3. De Schepper als vergeten component
Wat π is voor de cirkel, is de Schepper voor de kosmos: geen bijkomend detail, maar het dragend beginsel zélf.
Veel wetenschappelijke benaderingen blijven verklaren hoe de werkelijkheid zich gedraagt, maar negeren de vraag waarom ze zo ordelijk, afgemeten en begrijpelijk is. We spreken over universele constanten als c, G en h — en behandelen ze alsof ze uit het niets zijn ontstaan. Maar niets in de ervaring van mens of materie wijst op spontane orde zonder oorsprong.
Zelfs een autonoom functionerend systeem zoals artificiële intelligentie vereist ontwerp, structuur en richting. Waarom zou de kosmos, die nog vele malen complexer is, daarvan zijn uitgesloten?
De Schepper als oerconstante is geen stoplap, geen geloofsargument in een discussie. Zijn aanwezigheid wordt voelbaar in het feit dát er überhaupt patronen zijn — herhaalbaar, universeel, begrijpelijk.
4. De mens als ontdekker zonder fundament
Er zit iets tragisch in de menselijke zoektocht naar waarheid zonder erkenning van haar oorsprong. Zoals de wiskundige die π verwerpt, maar toch de cirkel blijft bestuderen, zo blijven velen het universum onderzoeken, corrigeren, herschrijven — telkens verwonderd over de complexiteit, telkens trots op nieuwe inzichten, en telkens blind voor de vraag: waarom klopt dit allemaal zó precies?
Zonder het fundament blijven onze modellen onstabiel. De stoel leunt op zichzelf. De klok tikt, maar niemand wil weten wie haar ooit opwond.
5. De nood aan een vierde poot
In klassieke metaforen over kennis is wetenschap vaak als een stoel:
- De eerste poot is waarneming
- De tweede is logica
- De derde is wiskunde
Maar een vierde poot ontbreekt vaak: oorsprong.
Zonder die vierde poot blijft wetenschap kwetsbaar, onzeker en voortdurend bijstellend. De Hubble tension is daar slechts één voorbeeld van. Er zullen er meer volgen, zolang we blijven proberen het cirkelvormige universum te verklaren met rechte lijnen.
Slotgedachte
De kosmos is geen losgeslagen projectiel, maar toont kenmerken van richting, orde en bijsturing. Elke poging om dat te negeren, hoe indrukwekkend ook qua techniek of theorie, blijft steken in wat het is: een berekening zonder π.
De Schepper, als oerconstante, is geen obstakel voor wetenschap — maar haar onmisbare beginpunt.
Wie Hem blijft mijden, blijft cirkelen rond de waarheid — zonder haar ooit werkelijk te raken.
Of je Hem nu God noemt, een hogere orde, of een transcendente bedoeling: wie openstaat voor oorsprong, herwint richting.